Wijn

Historie: Hongarije heeft een eeuwenoude wijncultuur. Toen de Romeinen kwamen kijken hoe de mensen daar leefden, waren deze al uitgebreid met wijn bezig. Hongarije is een natie geworden op kerstmis in het jaar 1000. Het land is een voorloper geweest op een aantal belangrijke gebieden, zo ook op het gebied van wijn. In 1797 werd in Keszthely de hoge agrarische school opgericht, de eerste in Europa. Een van de belangrijkste zaken bezigheden vormde onderzoek en experimenten met wijnbouw. In 1896 werd in Buda het ampelografisch instituut opgericht, ook een wereldprimeur. Het instituut werd opgezet om, na de phylloxera, de druivenstokken te herplanten. Belangrijkste persoon was Zsigmond Teleki, hij begon in 1881 zijn onderzoek en experimenten met resistente onderstokken. Vijf van zijn onderstokken zijn nu wereldvariëteiten. Ze zijn veel voorkomend in Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Duitsland en Noord Afrika.

Druivenrassen: Hongarije heeft 93 druivenrassen waar 10 ha of meer van is aangeplant. Het belangrijkste / meest aangeplante ras voor wit is olaszrizling (8,8%) en voor rood kékfrankos (9,1%). Kwalitatief het meest belangrijk is Furmint (4,6%) voor wit en Cabernet Franc voor rood.

De woning is gelegen in de streek Alföld ofwel de Grote Laagvlakte tussen de Donau en de Tisza. Dit vertegenwoordigt de helft van het wijnbouwgebied van het land. De wijnstokken werden hier geplant om de verstuiving van het zand van de poesta tegen te gaan. Deze streek produceert uitstekende, hoofdzakelijk witte tafelwijnen:

1. Hajós-Baja: ten zuidoosten van Kalocsa waar de Duitse minderheid de Kadarka invoerde, de riesling uit het Rijngebied en de kékfrankos werden dus de lokale wijnen.

2. Kiskunság: deze streek produceert (zandige wijnen) die kenmerkend zijn voor de Grote Laagvlakte, ze zijn licht, verfrissend en zoet, zoals de Olaszrizling met zijn mooie gele kleur. De stad Kecskemét produceert een goede witte wijn, de Kecskeméti Leányka.

3. Csongrád: deze streek, die meer naar het oosten ligt, geniet de meeste uren zonneschijn in het land (ongeveer 2100 uur per jaar). De rosé of rode wijnen kenmerken zich door de subtiliteit van hun aroma. De witte wijnen zoals de Tramini hebben een lage zuurte graad en passen goed bij wild gerechten.